Na de eerste succesvolle karnavalstoet van 1974, begon de Ekerse karnavalvereniging onmiddellijk en vol enthousiasme aan de toekomst te denken.
Zij besloten voor het tweede jaar een bijzonder project uit te werken...Uiteindelijk werd besloten twee reuzen te (laten) bouwen.
Na veel zoeken en vragen, kwamen zij uiteindelijk bij de Heer Bocken in Etterbeek terecht, een zeer ervaren mandenvlechter. Deze aanvaardde de "geraamten" te vlechten, die als basis voor de reuzenlichamen zouden dienen.
Vier meter groot zouden zij worden, hoofd niet inbegrepen. De nodige kledij, naar het model van de inmiddels ontworpen Bierpruverskleding, werd door de eigen leden en ervaren naaisters gemaakt. Natuurlijk hing aan dit ganse opzet een serieus prijskaartje, dat voor de jonge vereniging moeilijk te dragen zou zijn...
Het idee werd gelanceerd om de reuzen "bij hun geboorte" te laten dopen en ze te laten inschrijven in de Ekerse bevolkingsregisters. De nodige Peters en Meters werden gezocht, samen met een beschermheer. Wijlen Notaris Van Roosbroeck sr. vervulde deze laatste funktie en de Peters waren : De Heer Mathieu Vochten voor de reus en De Heer Jean Vermeire voor de reuzin. Als Meters fungeerden Mevrouw Mathilde Hermans-De Crom voor de reuzin en Mevrouw Paula Berckmans-Verbist voor de reus. De reuzen hebben verscheidene namen en zijn zelfs van adel, zoals U in hun doopprentje opmerkt. Maar hun roepnaam is Mathieu en Mathilde.
Zij werden gedoopt de dag dat toenmalig Prins Walter I op het gemeentehuis werd ontvangen, nl op 1 februari 1975. Het was een onvergetelijke plechtigheid en misschien wel de plezantste gebeurtenis die ooit in het Ekerse gemeentehuis plaats greep... De doopheer "Monseigneur Van Tiesteghem de Watervlo" stond daar trouwens borg voor.
Een anekdote is wel dat beide reuzen zo slank, om niet te zeggen mager zijn. Maar dat kon niet anders, want dan konden de korven niet meer uit het magazijn van mandenvlechter Bocken. De "contouren" van de reuzin werden later zowel boven als onder, door De Bierpruvers zelf aangepast....maar Mathieu is mager gebleven.
Het hoofd van reus Mathieu werd volledig gemaakt en geschilderd door de Ekerse Priester kunstenaar Leo Broos. Dat van reuzin Mathilde werd door de bestuursleden Jan en Theo zelf gemaakt, maar geschilderd door Soeur Claire van de school OLV van Lourdes.
Oorspronkelijk werden de reuzen gedragen met draagriemen door één man. Door hun gewicht was dat slavenwerk. Maar vooral de wind maakte hiervan soms een onmogelijke opdracht . Leon Kemland zette ze op wieltjes. Sindsdien worden ze moeiteloos voortgeduwd. Met de jaren zorgde Roger Custers voor een klein reusje "t Bierpruverke".
Een reusachtig ingeraamde charter werd opgesteld en door alle aanwezigen op de plechtigheid ondertekend. Hij wordt bewaard in het Ekers Dokumentatiecentrum. Heemkundige Frans Bresseleers stond in voor de historische authenticiteit van de teksten.